Beneveld Vlaanderen ontmoette deze krasse tweeling (beiden geboren uit het laatste ei van hun moeder) voor het eerst op 25 augustus 1975. Op die 25 augustus was het kouder dan op 24 augustus en zelfs kouder dan 26 augustus. Het vroor die dag namelijk dat het vreselijk kraakte. Het kraakte vooral in Kruiseke (West-Vlaanderen) toen de vliezen van hun moeder scheurden en het nog wel lauwe water vrijkwam, het bevroor quasi onmiddellijk. Frans was 5 uur vroeger snipverkouden dan Hans, die dus 5 uur later het halogeenlicht zag. Marcel Frituur probeerde ze nog terug te stoppen maar de aanwezige dokter raadde hem dit af. Het was te laat. Was hij maar bij z'n vrouw gebleven, dan was hij hiervan gespaard gebleven en had hij eigenhandig de zwangerschap stopgezet. Op 27 augustus 1975 begon de laattijdige hittegolf van het jaar 1975 en zag Marcel z'n vrouw haar kinderen zogen. Hij werd op slag verliefd en ging met haar op de vlucht. Frans voelde het aan z'n rug toen de vlucht begon. Hans merkte enkele dat de tepel hem onttrokken was. Hij huilde nogal en Frans huilde hem toe dat hij daarmee moest stoppen, maar het was al te laat. De hoofdverpleegster die al sinds 13 juli 1975 last had van een stekende hoofdpijn deed hen de dwangbuis aan en plaatste ze 10 jaar in quarantaine. In een geluidsdichte kamer die hun cel was. Waar anders? Huilend verborg Hans z'n hoofd in de rug van Frans, heel eventjes dacht hij eraan om er vast te groeien, maar toen begon de tijd al te verstrijken... Ontnuchterend Vlaanderen ontmoette deze krasse tweeling opnieuw op 23 september 1985. Op die heuglijke dag overleed de hoofdverpleegster die het hele ziekenhuis tiranniseerde. Na haar dood nog steeds trouwens, met de ondraaglijke stank die haar ongeborgen lichaam teweegbrengt. 's avonds. 23 september, het was een vrijdag, dat herinneren Frans en Hans Frituur zich nog levendig. De verpleger die net onder de hoofdverpleegster stond, hij-die-nu-dus-hoofdverpleger-is had een tatoeage op z'n voorhoofd en op die tatoeage was de datum en het uur te zien. Het uur was eigenlijk niet te zien, want z'n vettige haar ging ervoor. Naar het schijnt nu niet meer. Die verpleger dus. Hij haalde uit eigen initiatief de quarantaine-cellen leeg. Ze stonken en de broertjes hadden ook dringend verluchting nodig. Ze hadden nu al 10 jaar gewacht om zich te wreken en begonnen met de sleutel van hun cel het lichaam van de has been hoofdverpleegster te versnijden. Het bloed vermengde zich met het geronnen bloed van Frans op het hoofd van Hans. De directeur van het weeshuis stond hen lachend op te wachten. Het lachen steeg hem naar het hoofd en hij nam Hans aan z'n linkerhand. Frans aan z'n rechterhand. De formulieren die de ouders of voogd moeten invullen liet hij vallen want geen hand meer vrij noch ouders of voogd te zien. De voogd was immers versneden en de ouders hadden in het Zuiden van Spanje (ja, daar links) het condoom leren kennen. De voogd had nooit een condoom of iets dergelijks nodig gehad. Ze viel niet op. Ze was nochtans de perfecte meesteres. Maar al haar bijna-partners kwamen op mysterieuze wijze om. Het leven! Toevallig ben ik ook de guest-writer van het leven van deze vrouw die geen respect verdient. Dat boek schreef ik enkel en alleen voor het grote geld. Die er aan verbonden was. Dacht ik. De dood van de hoofdverpleegster kan ik hier en nu niet beschrijven omdat dat 1 van de beste en voor Frans en Hans Frituur ook de mooiste gebeurtenissen is uit het boek. Ze had dan ook een naam: Lydia Verstraete. Volgend stukje tekst bevindt zich vlak voor de dood (eveneens beschreven in m'n boek "De dood van een affreuze hoofdverpleegster omdat ze niet uit zichzelf wou sterven") van dit affreus mens: "Ze trok verse klederen aan want het was zondag. En zoals elke zondag, uitgenomen de zondag die ook de naam Pasen draagt, trok ze die kleren na uitgebreid passen en keuren en afkeuren en goedkeuren terug uit en besteedde ze de rest van de zondag aan zelfbevrediging. Daar hield ze van maar niet te veel omdat ze daarna het hele huis moest kuisen. Daar hield ze natuurlijk ietsje minder van. Het was dus een doordeweekse zondag. Pasen was het niet. Dat waren dus haar plannen voor die dag. Maar toen belde de verpleger aan de deur die net onder haar stond. De verpleger die net onder haar stond stond aan de deur en dat zag ze onmiddellijk omdat ze wijdbeens met de brievenbus bezig was, die zeurde niet over de geur van haar Ping Ping, Ring Ring harig kut. Ring Ring! De verpleger daarentegen vertelde haar over geluiden. Indien het normale en alledaagse geluiden hadden geweest had hij haar natuurlijk niet opgezocht." Nuchter Vlaanderen ontmoette deze krasse tweeling opnieuw in 1993, op 25 augustus om precies te zijn. Ze hadden in het weeshuis (waar trouwens nog een hele boel verhalen over neer te schrijven zijn) elkaar de meer dan eeuwige trouw beloofd en kochten met hun wezengeld die daar toch maar lag te rotten onder een vochtig matras (nee, het was het matras die lag te rotten onder het grote geld, zo'n hoop geld kun je niet onder 1 matras verstoppen vooral niet als het een eenpersoonsmatras is van voor 1 of andere oorlog die wij jammer genoeg voor die uitgewoedde oorlog niet meegemaakt hebben) een fiets. Grijs met nog kleuren. Andere kleuren dan grijs want dan was het een grijze fiets geweest. Weinig grijs te zien dus. Als er iets is waar Frans en Hans een hekel aan hebben, is het wel aan een compleet grijze fiets. Het kleur grijs eigenlijk. Dat herinnert hen te veel aan de baarmoederwand van hun draagster.
|